Sluit venster


Voor een Pdf-printvriendelijke versie van deze recensie(s) Klik hier

Recensietekst


Bron


In de bekende Libellen-serie (Bosch en Keuning, Baarn) is als no. 22 een zeer lezenswaardige brochure verschenen van dr ir H.G. van Beusekom over Zending in een veranderde wereld. Wij lezen daarin o.a. deze treffende ontboezeming: "Wanneer wij ons Christendom zien staan tegenover deze veranderde wereld (het voor Christus ontwakende Oosten, Red.) machteloos en slap, dan komt inderdaad die nelging bij ons op. Laat het Westen maar wegzinken in het secularisme, in zelfzucht en genotzucht, dan gaan wij wel naar het Oosten om met Kagawa te werken in Japan of met Cheng Ching Vi in China om met Stanlev Jones in Indië. Maar dat behoeft niet en het mag ook niet, want het zou geestelijke hoogmoed zijn. De wereld verandert en zij groeit ons boven het hoofd. En wij staan machteloos. Maar nu geeft God in de landen van het Oosten, naast de ontwaking in nationalen zin, een geestelijke ontwaking. Er zijn geestelijke bewegingen ontstaan, dle niet buiten ons staan, maar tot ons doorwerken. Dit is de zegen van de Zending. Wat wij ln het verleden gegeven hebben, komt nu terug. Nu bidt ..... ons wacht in deze veranderde wereld. Maar God ............ voor de eigen taak. maar ook voor ons, opdat wij in staat gesteld mogen worden om onze taak te volbrengen. Is er dan nog behoefte aan Zending? Zeer zeker wel. maar wij zullen er aan moeten wennen, dat deze op den duur andere vormen gaat aannemen. Er zullen nog tot in een verre toekomst zendelingen moeten worden uitgezonden, echter op een andere wijze en met een ander doel. De Kerken van het Westen zullen voortaan hun beste zonen en dochters moeten afstaan aan de Kerken van het Oosten om deze met hun ruimer inzicht en breedere ervaring te dienen en om in samenwerking met haar, van uit haar midden, Zendingswerk te verrichten. Ook Stanley Jones wees er in zijn toespraken in ons land op. dat het Oosten geen behoefte heeft aan leiders, maar aan dienaren. Het Oosten heeft geen Christenen uit het Westen noodlg om leiding te geven, maar om hun gaven nederig in dienst te stellen van de jongere Kerken". Het Vaderland, 06-12-1934

Open link naar krant op Delpher
TER AANKONDIGING. Libellen. In de Libellen-serie, een uitgave van de firma Bosch en Keuning te Baarn, waarvan we onlangs de eersten aankondigden, is nog heel wat goeds en aardigs verschenen. De bekende folklorist, de heer D.J. van der Ven, schreef er een paar, n.l. "Van Nederlandsche luilakken" en "Dank voor slank bij dominee". Dit laatste doelt op en oud volksgebruik waarbij dominee een feestmaaltijd aanbiedt als dank voor de gratis mest, die de boeren hem voor zijn tuin leverden. Gedichten-bundel zijn er vier, n.l. „Transparanten" van Jo Kalmijn—Spierenburg, "Windstilte" van W. Hessels, een bloemlezing uit de werken van Jan Luyken en nog een bloemlezing uit 't werk van Jacobus Revius. Vooral de beide laatste libelletjes ziju zeer de moeite waard. Noemen wij verder nog een stukje uitstekend proza van dr. P. Stegenga Azn. over „Het geprek bij de Bron". In no. 40 van de Libellen-serie schrijft de bekende schrijfster Wilma over „Maria, de Moeder van onzen Heer en haar beteekenis voor deze tijd". Jammer is het, aldus Wilma, die met veel talent over dit teere onderwerp schrijft, dat wij protestanten uit reactie tegen Rome nooit iets met Maria hebben gedaan, of, wat misschien nog erger is, haar practisch hebben teruggeschoven naast de-vrouw-als-iederander, al geven we theoretisch nog wel toe, dat ze de meest begenadigde is onder de vrouwen; het staat eenmaal in de Bijbel. We hebben Maria genegeerd, tot groote schade voor ons, Protestantsche Christenen. Ds. W.A. Zeviidner handelt in no. 42 van de Libellen-serie over: „Boete", waarin hij de biecht van de R.K. kerk bespreekt. Naar aanleiding hiervan zegt hij: Vurig bid ik God, dat ik de tijd nog mag beleven, waarop vóór het Heilig Avondmaal de kerk de gelegenheid moge openen tot persoonlijke biecht met de blijde verkondiging der schuldvergeving door het verzoenend sterven van Christus in Zijn opstanding. In no. 22 van genoemde serie behandelt dr. ir. H.G. van Beusekom: „Zending in een veranderde wereld". Vrienden van de zending zullen dit belangrijk geschriftje met groote belangstelling lezen. No. 37 van de Libellenserie is speciaal voor vrienden van het natuurleven. Hierin schrijft T. van Bentham Jutting over: "Het Indisch dierenleven". De verhandeling is boeiend en verrijkt de kennis omtrent de natuur in Indië zeer. Foto's verluchten de tekst. In no. 64 van de Libellen-serie vertelt mr. E. Rusman, welke vluchten de Nederlanders in de loop der jaren naar Ned.-Indië hebben gemaakt, waarbij de vlucht van de Uiver natuurlijk niet vergeten wordt, al vloog die door naar Australië. Tal van fraaie foto's zijn bij het verhaal geplaatst. No. 23 van genoemde serie: „Windstilte , bevat gedichten van W. Hessels. Wie belang stelt in het werk van de jonge Protestantsche dichters, vergete niet dit gedichtenbundeltje te lezen.Leeuwarder Nieuwsblad, 08-12-1934

Open link naar krant op Delpher

Sluit venster